4 januari 2023

Iedereen onderschrijft de noodzaak van meer groen in de stad. Elke architect of woningcorporatie kent de stedenbouwkundige uitdaging van ‘intens’ en compact bouwen: ruimtebesparing dankzij nieuwbouw in blokken, met een open ruimte in het midden, waar iets mag groeien en bloeien. Of niet. Met de naam worstelen we nog een beetje. Wanneer mag je een binnenplein of binnenterrein nog met recht een ‘binnentuin’ noemen?  Tussen het voorzichtige groen dat je met je buren deelt, moeten ook auto’s kunnen staan, om de gemeentelijke parkeernorm te halen. Dat het ook nog best mooi kan worden, zie je bij mijn Projecten, de aflevering Groen Parkeren.

Voor wie de traditionele achtertuin met meer privacy nu al mist: geen nood.  Zo’n eigentijdse binnentuin kan fantastisch worden. Ten eerste: je bent verlost van de vaak lelijke rijen schuttingen met of zonder groene camouflage, je kunt weer rondkijken en ronddwalen! Ik zie het al voor me: hoog wuivende bomen, met klimtouwen om aan te slingeren, een grasveldje om op te spelen, ruig hoog gras voor het eilandgevoel, een bank om op te chillen, hier en daar zitplekjes voor wie liever alleen zit. Vogels, vlinders en bijen zwermen er gezellig rond. Het kunnen veilige (subtropische) oases in de stad worden, waar de kinderen graag buitenspelen. Veilige ontmoetingsplek met stadsnatuur die bijdraagt aan de biodiversiteit. Ik droom verder: Pocket Parcs ga ik ze noemen.

Ik weet het: de realiteit is soms noodgedwongen anders. De binnenplaats is niet alleen bouwtechnisch efficiënt, hij krijgt ook veel functies mee: parkeren bijvoorbeeld. Er moet een handige plek zijn voor: auto’s, motoren, brommers, scooters, snorfietsen, bakfietsen, elektrieke fietsen met mand, racefietsen, ‘gewone’ stadsfietsen, kinderfietsjes, driewielers en andere modellen rijwielen. De elektrische voertuigen moeten er kunnen opladen. Net als de bewoners.

Uiteraard moet de ruimte klimaat adaptief zijn en de biodiversiteit versterken. Mooi meegenomen: hittestress voorkomen, steeds belangrijker in een warmer wordende stad.

Lastig. De bouwblokken rondom de binnenplaats worden immers meestal hoog. Zelfs in de winter is het er windstil en redelijk warm. Dan heb ik het nog niet eens over het effect van de reflecterende zon op alle voertuigen in de zomer.

In de Groningse Grunobuurt kun je zo’n binnenruimte zien: Tractie heet het complex, een bouwblok ontworpen door architectenbureau de Zwarte Hond.  Het plan was er te kunnen parkeren onder een groen dak. Dat ging vanwege de hoge kosten niet door. Vervolgens  wilde Nijestee hert aantal parkeerplaatsen  minimaliseren; dat kon ook niet doorgaan.  Zo’n project blijkt ingewikkeld voor iedereen. Tenslotte kwam de opdracht bij mij terecht: of ik eens mee wilde denken.  
Nieuwsgierig naar een indruk van het resultaat? zie Groen Parkeren.

 

Bekijk het blog overzicht